De behoefte om gezien te worden

Ons gedrag, onze acties, worden grotendeels bepaald door de behoefte om gezien te worden. We zijn ons er vaak niet van bewust, ontkennen of onderdrukken het, maar we hebben allemaal de behoefte om gezien te worden en dat is normaal en gezond. Maar wat een probleem is, is dat we ons vaak niet realiseren dat de behoefte om gezien te worden allerlei overlevingsstrategieën in gang zet die ons als kind hielpen overleven, maar die ons nu loskoppelen van onze natuurlijke staat van zijn, van onze openheid en vrijheid. En daardoor zijn we niet langer open en aanwezig in het nu en niet vrij om te doen wat we echt willen, maar laten we ons leven bepalen door het verleden.

Zolang we ons niet bewust worden van dit mechanisme, blijven we dit uitspelen. We blijven deze kindstukken leven, en blijven gevangen in het verleden. Maar als we ons bewust worden van dit mechanisme en begrijpen wat het probeert te doen, zetten we een hele grote stap naar vrijheid.

In dit deel van de blog ga ik beschrijven waar de behoefte om gezien te worden vandaan komt, hoe het is ontstaan. En in deel twee ga ik beschrijven hoe het doorwerkt in ons volwassen leven.

Waarom heeft het kind het nodig om gezien en gespiegeld te worden door de omgeving?

Het kind moet gezien en gespiegeld worden omdat het jonge kind nog niet in staat is om te reflecteren. Het kind is in zijn natuurlijke staat, zijn authentieke staat van zijn; open en gevoelig. Het kind is zichzelf zonder zich daarvan bewust te zijn. Er is geen bewustzijn van wat het kind is. Het kind ziet zichzelf niet. Op dit niveau heeft het kind spiegeling van buitenaf nodig om zichzelf te zien, te kennen en te herkennen. Het kind wordt erkend en gesteund door de spiegeling in wie het is.

Het is niet genoeg om gezien te worden in wie hij of zij is; het kind moet gezien worden in al zijn of haar aspecten. Dus niet alleen de identiteit van het kind, zijn eigenheid, moet worden gespiegeld, maar alle aspecten van het kind die naar voren komen, moeten worden gespiegeld. Het kind moet gezien en gespiegeld worden in al zijn of haar natuurlijke capaciteiten. Het kind moet gezien worden in zijn of haar kracht, wil, vreugde, gevoeligheid, liefde enzovoort. En het kind moet ook gezien en gespiegeld worden in alle andere dimensies van ervaring, zoals zijn of haar gevoelens en emoties. En de mentale en fysieke manifestaties van het kind moeten ook gezien en gespiegeld worden.

De aspecten van het kind die positief gespiegeld worden, die gezien worden, die gewaardeerd worden, gaat het kind herkennen, koesteren en integreren in zijn of haar identiteitsgevoel. Het kind ervaart ze als deel van zichzelf.

De aspecten die niet voldoende gezien en gespiegeld worden, kan het kind niet herkennen en integreren in zijn identiteitsgevoel. Het kind ervaart ze niet als deel van zichzelf. Die aspecten blijven in het onbewuste als ongerealiseerd potentieel. Dus we hebben een identiteit ontwikkeld die onvolledig is. Onze identiteit mist de aspecten die niet gezien en gespiegeld werden.

Wij allemaal zijn onvoldoende gespiegeld

Waar we allemaal onvoldoende in gespiegeld zijn, is in onze eigenheid, in wie we in essentie zijn, in onze kern. Wie we zijn geworden, de identiteit die we ontwikkeld hebben, mist dus altijd de verbinding met ons centrum, met onze diepste kern, met onze ware identiteit; ons authentieke zelf. En daarom zijn we altijd op zoek naar spiegeling, naar gezien worden. We willen gezien worden omdat we de verbinding met onszelf, met onze ware identiteit, zijn kwijtgeraakt. Dus de behoefte om gezien te worden in ons volwassen leven vindt hier zijn oorsprong.

Inquiry oefening

Dit is een goed moment om te onderzoeken welke aspecten van jou werden gespiegeld en welke aspecten niet of niet voldoende werden gespiegeld.

Welke aspecten van jezelf werden gezien en gespiegeld? Wat van jou mocht er zijn, werd ondersteund of aangemoedigd? Je kunt denken aan kwaliteiten als kracht, wil, vrede, vertrouwen, vreugde, liefde, helderheid, intelligentie. Je kunt denken aan je emoties zoals boosheid, verdriet en angst. Welke emoties mochten er zijn en werden gespiegeld en welke niet?

Wat helpt is om te kijken naar het gezin waarin je bent opgegroeid en te zien en te voelen welke kwaliteiten aanwezig waren en welke niet of minder aanwezig waren. Was het vredig thuis? Was er vreugde? Was er zelfvertrouwen? De kwaliteiten die niet aanwezig waren, konden ook niet in jou gezien en gespiegeld worden.

Het doel is om helderheid en begrip te brengen in de identiteit die je hebt ontwikkeld. En te weten dat er niets mis is met je. Je ervaart bepaalde kwaliteiten nu niet, omdat ze niet gezien en gespiegeld werden toen je kind was. Die aspecten bevinden zich nog steeds in het onbewuste als ongerealiseerd potentieel.

  • Let op wat er in je lichaam ontstaat als je helderheid krijgt over de identiteit die je hebt ontwikkeld.
  • Gevoel van tekortkoming, verlegenheid of ongemak kunnen opkomen terwijl je dit onderzoekt. Sta al je gevoelens zoveel mogelijk toe, erken ze en omarm ze. Benoem ze, schrijf ze op.

Je kunt de oefening met iemand anders doen als stille getuige. Ieder neemt vijftien minuten de tijd om de vragen te onderzoeken. Er is geen discussie of feedback terwijl je je monoloog doet. Als je alleen bent. kun je het onderzoek schriftelijk doen.

In dit deel heb je kunnen lezen waar de behoefte om gezien te worden vandaan komt. In deel twee zullen we kijken naar hoe de behoefte om gezien te worden doorwerkt in ons volwassen leven. Je zult dan beginnen te begrijpen hoe je strategieën om gezien te worden in je volwassen leven je eigenlijk gevangenhouden in het verleden, losgekoppeld van je natuurlijke staat van zijn; je openheid en vrijheid.